Nieuw-Dordrecht is een ontginningsdorp, gelegen op een zandrug – een uitloper van de Hondsrug – ten zuidoosten van Emmen.
Aanvankelijk was Nieuw-Dordrecht een lintdorp, maar door nieuwbouw na de Tweede Wereldoorlog is er een dorpskern ontwikkeld. Het gebied waar het huidige Nieuw-Dordrecht ligt, was in het midden van de negentiende eeuw nog een zandtong tussen twee veengebieden: het Oosterveen en het Smeulveen. Het lag in de marke van Noord- en Zuidbarge. In 1853 werden de veengebieden door de markegenoten verkocht aan de Drentsche Veen- en Midden-Kanaal-Maatschappij te Dordrecht. Voorwaarde bij de verkoop was dat dat maatschappij een kanaal dwars door Drenthe zou graven, van Smilde naar de veengebieden bij Noord- en Zuidbarge. Dit Oranjekanaal zou een zijtak krijgen, die het Oosterveen en Smeulveen moest verbinden. Het Oranjekanaal bereikte uiteindelijk inderdaad het Oosterveen, maar de zijtak naar het Smeulveen is er nooit gekomen. Men moest dan namelijk een dikke keileembodem afgraven en op korte afstand zouden vijf sluizen moeten worden aangelegd.
Op de strook waar het kanaal de zandrug had moeten doorkruisen, de Herenstreek, bouwde de maatschappij een nederzetting voor de veenarbeiders en boeren, die er boekweit verbouwden. De nederzetting werd Nieuw-Dordrecht of Herendord genoemd. In 1856 lieten de markegenoten van Noord- en Zuidbarge ook in de lengterichting van de zandrug stukken land verdelen, die ze hoofdzakelijke verkochte aan hun eigen landarbeiders. Zo ontstond haaks op Herendord, langs het Vastenow de nederzetting Boerendord. Pas later vergroeiden de twee nederzettingen tot één dorp.