In de Tweede Wereldoorlog werden vele Joodse bewoners in de gemeente Emmen vermoord door de Duitse bezetter. In deze collectie hun verhaal en dat van de Joodse gemeenschap.
Rond 1840 vestigen de eerste Joodse handelaren zich in de turfkolonie Emmen. Aanvankelijk worden zij gerekend tot Joodse gemeente van Coevorden, maar hun aantal neemt zo snel toe dat Emmen in 1876 als zelfstandige gemeente erkend wordt. In 1878 komt er een kleine synagoge aan de Julianastraat, die in latere jaren nog enige malen vergroot wordt. De Joodse gemeente heeft van 1885 tot 1915 de beschikking over een eigen begraafplaats, aan het Oranjekanaal in de richting van Westenesch. In 1915 wordt achter de synagoge een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen.
Ook vlak voor de oorlog woont er nog steeds een redelijk aantal Joden. Onder hen bevinden zich 36 mannen, vrouwen en kinderen die in de jaren dertig uit Duitsland naar Nederland vluchten. De meesten vestigen zich in het dorp Emmen. Ook in het dorp Nieuw-Amsterdam vestigen zich in de loop der jaren enkele tientallen Joden. In de dorpen Veenoord, Emmer-Compascuum en Roswinkel leven en werk ook enkele Joodse gezinnen. Uit een in de beginjaren van de oorlog uitgevoerde telling blijkt dat het totaal aantal Joden in de gemeente Emmen ruim 200 bedroeg, die één of meerdere Joodse ouders of grootouders hadden.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 worden de Joden voor transport overgebracht naar de concertzaal van Hotel Groothuis. Uit registratiecijfers blijkt dat in de periode van 2 tot en met 5 oktober 1942 negentig Joden uit de gemeente Emmen in Westerbork aankomen. De meesten van hen worden nog dezelfde maand op de trein naar het vernietigingskamp Auschwitz gezet, waar ze op enkele uitzonderingen na binnen enkele dagen in de gaskamers worden vermoord. Van het oorspronkelijk aantal Joden uit de gemeente Emmen komen er 138 in de oorlog om. Na de oorlog zijn er 35 in de gemeente Emmen teruggekeerd.
De synagoge is in 1975 en 1994 opgeknapt. Twee gedenkplaten in de synagoge dragen de namen van de omgekomen Joodse inwoners van de plaats. In mei 2000 wordt in de Julianastraat bij de synagoge een monument onthuld voor de oorlogsslachtoffers.
Marcel Bulte verdiepte zich in geschiedenis van de Joodse bevolking in de gemeente Emmen, waarvan een groot deel in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter werd vermoord. Het Comité Stolpersteine Emmen besloot de herinnering aan de omgekomen Joden blijvend te verankeren en besloot struikelstenen of ‘Stolpersteine’ in de straten van de gemeente Emmen aan te brengen op de plekken waar de vermoorde families hadden gewoond. In zijn boek ‘Hun namen worden niet vergeten. Struikelstenen voor de omgekomen joden in de gemeente Emmen‘ heeft Marcel Bulte een uitgebreide beschrijving gegeven van de in Emmen omgekomen Joden en de voor hen geplaatste struikelstenen. Deze informatie vindt u terug in deze collectie ‘Joodse bevolking’.
Stolpersteine, ook bekend als struikelstenen, is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Het is een over geheel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme. Demnig brengt deze gedenktekens aan in het trottoir voor de vroegere woonhuizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze Stolpersteine herinneren aan Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, dienstweigeraars, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en gehandicapten. Hoe Demnig aan de naam Stolpersteine is gekomen weet hij zelf niet meer, maar hij citeert met instemming een scholier “Man fällt nicht über die Stolpersteine, du stolperst mit dem Kopf und dem Herzen” (men valt niet over de Stolpersteine, je struikelt met je hoofd en je hart).
De stenen zijn van beton. Op de kop van 10 x 10 cm zit een messing plaatje, waarin de naam, geboortedatum, deportatiedatum, plaats en datum van het overlijden zijn gestanst. De stenen werden lange tijd alle door Demnig zelf met de hand gemaakt en geplaatst. Genoodzaakt door de stormachtige ontwikkeling van het project, laat hij zich sinds 2005 ondersteunen door de bevriende beeldhouwer Michael Friedrichs-Friedländer, die de stenen maakt. Demnig plaatst de eerste Stolpersteine in een gemeente nog altijd zelf. Als er vervolgens opnieuw Stolpersteine geplaatst worden, kan dat in overleg door de lokale gemeenschap worden gedaan.
Op 29 november 2007 werden in de oude kern van Borne de eerste zestien Stolpersteine in Nederland geplaatst. Inmiddels hebben ruim 40.000 struikelstenen een plek in Nederland gekregen.